Eliza HOTTING |
|
Trouwakte HOTTING - De VOS
bron:
Burgerlijke Stand
(BS) Ooltgensplaat 1888 No 6
IN HET JAAR ACHTTIENHONDERD ACHT EN
TACHTIG,
den acht en twintigsten der mand April zijn voor Ons, Ambtenaar van den
Burgerlijken Stand der Gemeente OOLTGENSPLAAT, in het Huis der Gemeente
verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Eliza Hotting oud
drie en twintig jaren, van beroep arbeider, geboren te Ooltgensplaat en
wonende te Ooltgensplaat, meerderjarige zoon van Cornelis Hotting en van
Wouterina Hokke, arbeidster en wonende te Ooltgensplaat ter eenre
zijde en Suzanna de Vos oud vier en twintig jaren, van beroep arbeidster,
geboren te Ooltgensplaat en wonende te Ooltgensplaat, meerderjarige dochter van
Johannis de Vos en van Jannetje de Vos, arbeidster en
wonende te Ooltgensplaat ter andere zijde. daartoe aan ons ter hand stellende,
hunne Geboorte acten zijnde de beide afkondigingen
alhier zonder stuiting geschied. En hebben de ouders van de Bruidegom en bruid
hierbij tegenwoordig ons verklaard in dit huwelijk toe te stemmen. Diengevolge hebben wij de Comparanten in het openbaar
afgevraagd, of zij elkander aannemen tot Echtgenooten en getrouw de plichten
zullen vervullen, die door de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden; deze
vragen, door beiden toestemmend beantwoord zijnde, is door Ons in naam der wet
verklaard, dat Elisa Hotting en Suzanna de Vos
DOOR DEN ECHT AAN ELKANDER ZIJN VERBONDEN.
Waarvan deze akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Leendert Vermaat
oud negenenveertig jaren, van beroep zadelmaker, wonende te
Ooltgensplaat, Philippus van der Hast, oud
zeven en veertig jaren, van beroep Kleermaker, wonende te Ooltgensplaat,
Andries Kagehlland, oud twee en dertig jaren,
van beroep Kleermaker, wonende te Ooltgensplaat, Cornelis de Ruiter,
oud vierentwintig jaren, van beroep bakker, wonende te Ooltgensplaat.
En is deze akte na voorlezing door Bruidegom en Bruid, de getuigen en ons
ambtenaar, geteekend.
Verklarende de ouders van de bruidegom en bruid hierbij tegenwoordig, niet te
kunnen schrijven of lezen hun naam te kennen als zulks niet geleerd hebbende.