|
||
Genealogisch Vademecum |
||
|
||
|
||
|
|
Encyclopedie |
|
||
G |
||
|
||
G, afkorting van geboorteregister |
||
|
||
GA, afkorting van
gemeentearchief. |
||
|
||
Gaarders- of Impostregister. In Holland (het tegenwoordige Noord-
en Zuid Holland en enige Utrechtse en Brabantse grensplaatsen) werd van 1696
tot en met 1805 belasting op het trouwen en begraven geheven. |
||
|
||
geboorteaangiftebewijs, officieel
bewijsstuk met aktenummer, datum van geboorte, de gemeente, de familienaam en
voornaam of voornamen van de geborene, de eigen familienamen en voornaam of
voornamen van de ouders, afgiftedatum bij de geboorteaangifte, en de stempel
of het waarmerk van de gemeente. |
||
|
||
geboorteadel, adeldom door
geboorte. |
||
|
||
geboorteakte, officieel
bewijsstuk met datum en tijdstip van geboorte, plaats (gemeente), adres bij
geboorte, familienaam en voornamen van de geborene; de ouders met eigen
familienaam en voornaam of voornamen, hun beroep(en), de aangever met
leeftijd. Het geheel draagt een registratie- of aktenummer en stempel, en is
gewaarmerkt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar
de aangifte plaats vond. |
||
|
||
|
||
geboorteregister, boek waarin de gemeente
de geboorten met bijbehorende bijzonderheden inschreef. Tegenwoordig is dit
geautomatiseerd. |
||
|
||
geneagram, een
overzichtstabel waaruit de gemeenschappelijke afstamming van twee of meer personen
blijkt. Men kan bijvoorbeeld weergeven hoe verschillende personen (b.v. met eenzelfde beroep of begaafdheid) een
gemeenschappelijke voorvader hebben. |
||
|
||
|
||
genealogielinks, verwijzingen
(links) op de elektronische weg (Internet). |
||
|
||
genealogiemodellen, zijn modellen van
een stamreeks, stamboom, kwartierstaat of parenteel. |
||
|
||
genealogische tabel, een schematische
weergave van een genealogie. |
||
|
||
genealogisch woordenboek, een boek waarin begrippen
met betrekking tot genealogie alfabetisch zijn geordend en waarin over die
begrippen informatie wordt verschaft. |
||
|
||
geslacht, gelijktijdig in leven zijnde mensen,
generatie. Ook de aanduiding van het man of vrouw zijn. |
||
|
||
|
||
geslachtsregister, een genealogie
die de mannelijke afstammelingen
aangeeft van een echtpaar. Wanneer het ook alle afstammelingen in vrouwelijke
lijn vermeldt, spreekt men van een parenteel. |
||
|
||
|
||
|
||
gezel, lid van een gilde, hoger dan
leerling maar lager dan meester. Makker, knecht. |
||
|
||
gezinsblad, relatieblad.
Geeft een feitelijk overzicht van een compleet gezin (complete relatie). Zie voorbeeld. |
||
|
||
gezinskaart, een kaart uit een
losbladig kaartsysteem. Dit kaartsysteem werd bij Koninklijk Besluit in 1920
ingevoerd. Deze kaarten werden voorzien van de gegevens van een gezin en
verhuisden mee wanneer het gezin verhuisde. De gezinskaart werd in 1938
vervangen door de persoonskaart. |
||
|
||
gewettigd kind, kind wat wordt erkend door de
vader. De geboorteaangifte gedaan door de vader geeft de wettiging aan. Wettelijk
volgt een gewettigd kind de conditie van de vader. Zie ook onwettig kind. |
||
|
||
GHO, afkorting van geboorte-, huwelijks- en overlijdensregister. |
||
|
||
|
||
gilde, ook wel genoemd
het Gild, ambachtsvereniging met bepaalde voorrechten (opgeheven in
Nederland in 1798). |
||
|
||
gildenboek, een boek dat
keuren, reglementen, akten, e.d. bevat. |
||
|
||
gildenbrief, bewijs van
lidmaatschap van een gilde of een geschrift waar de rechten van een gilde in
staan. |
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
gildenpenning, penning als
bewijs van lidmaatschap van een gilde. |
||
|
||
gildenproef, een meesterstuk gemaakt
voor het volbrengen van een proef om lid van een gilde te worden. |
||
|
||
gildenrecht, recht als lid van
een gilde om bijvoorbeeld een beroep uit te oefenen. |
||
|
||
|
||
grafboek, boek waarin per
graf opgetekend werd wie erin begraven lagen. Er werd ook vermeld wie de
eigenaar of huurder van het graf was. Soms wordt er de begraafdatum bij
vermeld. De grafboeken zijn veelal te vinden in de kerkelijke archieven. |
||
|
||
|
||
grietenij, oude naam in
Friesland voor een aantal dorpen die onder een grietman stonden. |
||
|
||
grietman, (letterlijk: hij
die 'groet', in rechte aanspreekt, vordert) Een sinds de 13e eeuw belaste
ambtenaar met bestuurlijke en rechterlijke functies van een grietenij. Eerst gekozen of
bij toerbeurt aangewezen. In de 15e eeuw benoemd door de landsheer. Tijdens
de Republiek benoemd door Gedeputeerde Staten en stemgerechtigden. De Franse
tijd hief het grietmansambt op en de Gemeentewet
van 1851 maakte van de grietman de burgemeester. |
||
|
||
grootmoe, grootmoeder, grootma, grootmama, oma, moedersmoeder of
vadersmoeder. |
||
|
||
grootouders, grootvader(s) en
grootmoeder(s). |
||
|
||
grootvader, grootpa,
grootpapa, opa, vadersvader of moedersvader. |
||
|
||
|
||
|
||
|
|
|