WAZAMAR

Heraldische Wapens in de Nederlanden

 

 


wp-100-algemeen-1

Heraldische Wapens
in de
Nederlanden

Inleiding
Inhoud

Historische Geslachtswapens

Inhoud

Heraldische Wapenkunde
in de
Nederlanden

Inhoud

Heraldische Wapenregisters
in de
Nederlanden

Inhoud 

Voor reacties

 

 

Van der AA

B

 

 

wp-van-der-aa-300

 


Beschrijving
:

Schild: Gevierendeeld: I en IV geschaakt in acht rijen van zeven vakken, van goud en rood, en in een zilveren vrijkwartier een geknotte zwarte vogel; II en III in blauw drie gouden lelies.

Helmteken: Een tromp geschaakt in vakken van rood en goud, waartussen een geknotte zwarte vogel.

Dekkleed: rood, gevoerd van goud

Wapenspreuk: Doe wel en zie niet om

 

AA (ROBIDÉ VAN DER) (PLAAT I).

 

Zoowel in Nederland als in België hebben verschillende geslachten van der Aa bestaan. De voornaamste daarvan zijn de geslachten: Pijnssen van der Aa en van Randerode van der Aa.
De eerstgenoemde familie komt reeds in de 14
de eeuw te Delft voor en zat aldaar in de regeering (BOITET, Beschrijving van Delft). Volgens JACOBUS KOK in zijn Nederlandsen geslacht-, stam- en wapenboek, Amsterdam, 1785, stierf dit geslacht in mannelijke lijn uit met Gerrit Maximiliaan Pijnssen van der Aa, Heer van Deijl, den 20 Januari 1733; eerst was hij gehuwd met Johanna Antonia van Lijnden, daarna met Anna Maria de Marees, die hem ieder eene dochter schonken: 1e Maria Jacoba Pijnssen van der Aa, die met Leonard Taets van Amerongen huwde en 2e Margaretha Pijnssen van der Aa, die zich in den echt verbond met Jacob Hendrik, graaf van Rechteren, Heer van Westerveld. Dit geslacht voerde: gedwarsbalkt van goud en zwart. Helmteeken: een zwarte merlet tusschen eene antieke gouden vlugt. Of JAC. KOK volkomen gelijk heeft door te vermelden, dat dit geslacht uitstierf, durven wij in twijfel trekken, daar nog tot op heden, doch in armoedigen toestand, eene familie Pijnssen van der Aa te Schoonhoven en elders voortleeft. Zeker is het echter dat deze familie niets gemeen heeft met de geslachten die volgen, doch wegens de overeenkomst van den naam hebben wij gemeend haar ook hier te moeten noemen.

Het geslacht van van Randerode van der Aa komt reeds in de 14de eeuw te Mechelen voor en heeft een aantal burgemeesters aan die stad geleverd; ook behoorden hiertoe Adolf, Philips en Floris van der Aa, mede onderteekenaars van het verbond der Edelen, (j. w. TE WATER. Verbond der Nederl. Edelen. Middelburg, 1779). Een tak van dit geslacht verplaatste zich naar Antwerpen, van daar naar Leiden en oefende aldaar de boekdrukkunst uit. Ook in de Rijn-provincien, alsmede te 's-Gravenhage was voorheen dit geslacht gevestigd. De Leidsche tak deed dus gelijk meer aanzienlijke Belgen, als de Elzeviers en de van Waesbergens, die de wetenschappelijke wereld zooveel diensten bewezen hebben.
De eerste persoon, van dit geslacht te Leiden genoemd, is Jan van der Aa. Hij was de vader van Balduinus of Boudewijn en van Pieter van der Aa. Van Balduinus van der Aa stammen in rechte lijn de thans nog bestaande familiën Robidé van der Aa en Simon van der Aa af.
Balduinus' zoon, eveneens Balduinus genaamd, was Luthersch predikant te Zwolle (1713-1719), te Enkhuizen (1719-1720) en daarna te Leiden, alwaar hij in Juni 1741 overleed. Hij huwde Anna Maria Zollikofer; deze schonk hem Christiaan Carolus Henricus van der Aa, geb. te Zwolle den 25 Aug. 1718, Lutersch predikant te Alkmaar (1739-1742), te Haarlem van 1742 tot aan zijn dood den 23 Sept. 1793. Hij was drie malen gehuwd en liet bij zijne laatste vrouw Anna Maria Dangirard na: Mr. Pierre Jean Baptiste Charles van der Aa, geb. te Haarlem 31 Oct. 1768, eerst advokaat te Amsterdam, daarna in 1796 secretaris te Nieuwer-Amstel; deze vestigde zich later te Leiden en overleed aldaar den 12 Mei 1812, na zich als een verdienstelijk schrijver te hebben doen kennen, (A. J. VAN DER AA. Biographisch Woordenboek). Hij was tweemalen geh., eerst den 11 Januari 1790 met Francina Adriana Bartha van Peene, dochter van Pieter en van Johanna Elisabeth Robidé, daarna met Catharine Antoinette Simon Thomas. Uit het eerste huwelijk: 1e Mr. Christiaan Petrus Eliza Robidé van der Aa, dichter en letterkundige, van wien afstammelingen, en 2e Abraham Jacob van der Aa, de ijverige  verzamelaar van het Aardrijkskundig- en van het Biographisch Woordenboek der Nederlanden, enz.; van hem leeft thans nog een zoon in de Kaapkolonie.
Uit het tweede huwelijk: 3e Mr. Charles Menard Adelaïde Simon van der Aa, van wien nog afstammelingen voortleven.
Geslachtlijsten betreffende van Randerode van der Aa komen voor in: Genealogie de quelques families des Pays-Bas. Amsterdam, 1774, en in Herckenrode. Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gand, 1865.

 

wpschild-van-der-aa-80

 

Uit:
- STAM- EN WAPENBOEK van Aanzienlijke Nederlandsche Familiën, met Genealogische en Heraldische aanteekeningen, door A.A. Vorsterman van Oijen.
Te Groningen bij J.B. Wolters, in drie delen, tussen 1885-1890.
Wapentekenaar: Johannes Evert van Leeuwen (Leiden 07.12.1855-’s Gravenhage 17.05.1931).

 

B = Burgerlijk wapen

 

© WAZAMAR
sinds 1995

Hoewel er naar gestreefd is correcte informatie te verschaffen, kan niet worden gegarandeerd dat de informatie op het moment waarop deze is geplaatst na verloop van tijd nog steeds juist is. Aan de inhoud van deze webhalte kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



web stats
free website tracker