In
de nabijheid van Delft ligt de heerlijkheid Ackersdijck. Van deze
heerlijkheid komt de naam van bovengenoemde familie af, de eerste leden
noemden zich daarom ook van Ackerdijck,
welk voorzetsel echter in het vervolg is weggelaten.
De later volgende Martinus schijnt
de eerste die zich Ackerdijck
schreef en het van achterwege liet even als in zijn wapen de zwarte balk
beladen met een zilveren wassenaar; hij behield slechts alleen de
leeuwenkoppen.
Uit de omstreken van Delft zijn een aantal familiën afkomstig, die een wapen
voeren veel overeenkomende met dat der familie van Ackersdijck; dit duidt misschien wel gemeenschappelijke
afkomst aan, en wel uit de burggraven van Leiden. Zoo voert de familie Storm, van Wena: in zilver een zwarte
balk vergezeld van drie roode aanziende leeuwenkoppen blauw getongd; van der Delft en Musius van Spangen voerden hetzelfde wapen, doch de eerste met
een zilveren wassenaar en de laatste met een zilveren klaverblad of ster op
dén balk; van Moukerken voerde als
Ackersdijck oudtijds, doch gebroken met twee zilveren blokjes naast den
wassenaar 1).
De eerste van Ackersdijck, die wij
gemeld vinden, was Jan, wiens zoon
Joost burgemeester van Delft was
in 1477, 1479 tot 1488. Hij is denkelijk de voorvader van Jan van Ackersdijck, die van 1550 tot
1566 schepen, 1560 weesmeester, veertig, raad van Delft was en den 15
December 1571 2) stierf.
Zijn kleinzoon Cornelis van
Ackersdijck vestigde zich te Rotterdam en huwde in 1626 met Johanna Nicolaï, die hem drie
kinderen schonk.
Hij, die het geslacht voortzette was hun zoon Martinus Ackersdijck; deze vestigde zich te 's Hertogenbosch en
werd er den 27 Juni 1651 poorter. Hij huwde te 's-Hertogenbosch in 1653 Mathilda Canters en stierf den 24
November 1674, begraven in de St. Janskerk onder eene prachtige tombe.
Een hunner vier kinderen was Hendrik
Ackersdijck, die te 's-Hertogenbosch den 20 October 1658 gedoopt werd, te
Rheims studeerde, aldaar den 8 October 1689 promoveerde, schepen werd te
's-Hertogenbosch en kanunnik van St. Pieter te Boxtel. Zijne vrouw met wie
hij te Loosduinen huwde, was Maria
Chatvelt.
Bij zijn' dood in 1702 liet hij twee zonen na, waarvan Mr. Willem Cornelis Ackersdijck, raad en
schepen van ’s-Hertogenbosch werd en geh. was met Maria Adriana van Eck, die hem acht kinderen verwekte.
Het zevende kind was Mr. Willem
Cornelis Ackersdijck, geb. te 's-Hertogenbosch den 14 Januari 1735,
gepromoveerd te Utrecht; hij vestigde zich eerst als advokaat te
's-Gravenhage, doch vertrok later naar zijne geboortestad, tot hij in 1794
wegens den inval der Franschen weder genoodzaakt was zich met ter woon naar
's-Gravenhage te begeven, alwaar hij den 15 November 1794 stierf. Bij zijne
vrouw Anna Franken had hij vijf
kinderen. Een hunner was de geleerde Mr. Willem
Cornelis Ackersdijck, die bij de veelvuldige betrekkingen, in zijne
geboortestad 's-Hertogenbosch bekleedende, met gunstig gevolg de geschiedenis
beoefende 3); hij was geh. met zijne nicht Maria Cornelia Bowier en stierf te Rotterdam den 6 Februari 1843.
Bij zijnen dood liet hij slechts twee kinderen na, zijnde Henrietta Maria Hermina Ackersdijck, die
zich in het huwelijk verbond met Mr. Adam
Sckadee en Jan Ackersdijck.
Deze laatste te 's-Hertogenbosch geb. den 22 October 1790, werd in 1810 aan
de Hoogeschool te Utrecht bevorderd tot doctor in de rechten en vestigde zich
aldaar als advokaat. In 1825 werd hij benoemd tot hoogleeraar aan de
universiteit te Luik en in 1849 als zoodanig te Utrecht. Deze betrekking nam
hij waar tot 1860 4), en stierf
aldaar kort daarop den 13 Juli 1861. Een groot aantal werken, door hem
nagelaten, getuigt van zijn' onvermoeiden arbeid.
Slechts twee dochters liet hij bij zijne vrouw Maria Anna Waltherium achter, zijnde Maria Josephia Adelaïde Ackersdijck, die de echtgenoote werd van
Mr. Willem Cornelis Opzoomer,
hoogleeraar te Utrecht en Maria Cornelia
Ackersdijck, geh. met den sedert den 20 Mei 1881 overl. kapitein der
infanterie Henri Ferdinand Borel.
Het wapen door dit, thans in mannelijke lijn uitgestorven geslacht, gevoerd
geworden komt voor op plaat I, terwijl de breedvoerig opgestelde geslachtlijst
te vinden is in mijne Annuaire généalogique des Pays-Bas. 1875.
|