Ouders

VI

a

gezin

Hendrik Leonard Willem (Henk) BORGMAN *
geb
-- 24.03.1942
ber
manager scholengemeenschap vmbo/havo/vwo
tr -- 27.06.1967
Harmanna Jacoba (Harriët) WOLLERICH
geb
-- 21.12.1947
vader: Willem Albert Wollerich
moeder:
Berber Sieling
ber medewerker receptieve verkoop Dagblad van het Noorden



 

Gezin BORGMAN - WOLLERICH

Het gezin woonde te

bronnen

 

gen

nr

Voornaam

ACHTERNAAM

Bijz.

VII

a

Jacqueline Berber Margaretha BORGMAN
geb
-- 23.06.1969
ber account manager
overl
tr --
26.08.2000
Johannes Martinus van der WAARD
geb

vader:
moeder:

ber
overl

 

VII

b

Jaap Willem Leonard BORGMAN
geb
-- 24.04.1972
ber hoofd commerciële ondersteuning ABN AMRO
overl
tr --
06.06.2003
Anita LOF
geb

vader:
moeder:

ber
overl

 

 

- Genealogie van Leendert Edzes Bouwman
-
Berend Wierts Kunst

 

Herinnering aan Mensingeweer door Henk Borgman

In de omgeving van Mensingeweer liggen de roots van mijn familie.
In het jaar 1816 werd geboren
Hindrik Borgman, later wonend met zijn 7 kinderen in Eenrum. Voor zover ik kan nagaan was hij de eerste Borgman die in het onderwijs werkzaam was. Zijn beroep was hoofdonderwijzer. Hij stierf in 1880 en ligt begraven in Eenrum. De oudste zoon van Hindrik was Jacob Tammo Borgman. Hij was mijn overgrootvader en werd geboren in 1851 te Schouwerzijl in de meesterswoning. Dit huis staat er nog steeds. Aan mijn overgrootvader heb ik nog duidelijke herinneringen. In zijn werkzame periode was hij hoofd van de openbare school in Mensingeweer. Bij zijn afscheid kreeg hij een gouden zakhorloge met inscriptie, dat nu van vader op zoon in mijn bezit is.
De hoofdenwoning stond zoals gebruikelijk naast de school. Deze school is inmiddels afgebroken en stond ongeveer tegenover de ingang naar kerkhof en molen. Het oude meestershuis staat er nog en is in de loop van de tijd weinig veranderd. Een grote foto uit 1914 van dit huis hangt in mijn kamer. De kamer boven de deur was van
Tammo, een van de zoons van mijn overgrootvader. Hij vertelde me dat hij dagelijks alle schoenen van het gezin Borgman moest poetsen: de wegen waren niet geplaveid en door het zand werden ze snel smerig!
Op de foto staan meester
Jacob Tammo Borgman, zijn vrouw Jantje Bouwman, hun 7 kinderen en hun huwelijkspartners. De ouders van Jantje zijn in 1853 geschilderd door de bekende kunstschilder Berend Kunst. Het schilderij van vader Bouwman, mijn betovergrootvader, hangt bij mij in de woonkamer, dat van zijn vrouw Marie Molema hangt bij mijn moeder thuis. De vader (dit moet zijn halfbroer) van Marie was de schrijver van het Groninger woordenboek. Velen van hen heb ik persoonlijk gekend. In mijn herinnering was het een rustige, hechte en deftige familie. Menje,de zus van overgrootvader Borgman, geboren in Eenrum in 1859, herinner ik me nog goed . Zij was getrouwd met P. van Hoek. Hij was directeur-generaal van de landbouw. De meeste familieleden, ook van de koude kant, waren werkzaam in het onderwijs. Zo was de jongste dochter van Jacob Tammo getrouwd met Wim Mook, bioloog en werkzaam als adjunct-directeur van de Dalton HBS aan de Helperbrink te Groningen. Het was een bijzonder toeval dat ik later op dezelfde school jaren lang in zijn lokaal ook biologie heb onderwezen. De familie was muzikaal en maakte samen veel kamermuziek. In dit laatste heb ik hen merkwaardigerwijs onbewust nagevolgd.
Jacob Tammo Borgman had één dochter,
Gretha, die bijzonder muzikaal was. Ze trouwde later met Gerhard Kadijk en woonde in Groot Maarslag. Daar gaf ze pianoles en bespeelde wekelijks het orgel van de mooie kerk in Eenrum .Vreemd dat ik zelf later ook pianoles gaf en bij de kerkzang muzikaal heb begeleid.
Ik herinner mij de lange wandelingen die ik met de zus van Gretha, die ik natuurlijk heel respectvol tante Marie noemde, langs de Schouwerzijlsterweg naar Groot Maarslag liep. Het was in de jaren ’40 en ’50. Voor mij was het een weg, waar maar geen einde aan kwam: zo lang en zo vermoeiend.
Groot Maarslag was een begrip in de familie. Puttend uit mijn herinnering werd er met een bepaalde gezichtsuitdrukking over Gerhard en Greet gepraat: ze bezaten veel land en waren in een tijd waarin de meesten arm waren, zeer rijk!
En naar deze mensen mocht kleine
Henk op visite. Ze woonden in een villa die gebouwd was in 1900 voor de somma van F3000. Het was geen gewone villa, want eraan vast bevond zich een serre met rieten stoelen. Deze stoelen werden elk voorjaar keurig zwart gemaakt door tante. In de villa stond een zwarte piano met twee kandelaars. Tegenover het huis bevond zich een enorme boerderij uit 1848. Daar woonde de bedrijfsleider die op bepaalde tijden de paarden voor de koets moest spannen als oom en tante uit rijden gingen door een prachtig landschap: het Groninger Hogeland!
Later kreeg oom Gerhard zelfs een auto: dit was alleen voor de zeer rijken weggelegd. In mijn vroege jongenstijd waren er bijna nog geen auto’s op de weg. De straten in de stad Groningen waren zo goed als autovrij.
O wat was het voor mij een bijzondere ervaring om naar Mensingeweer te gaan. De familie was bevriend met minister Lieftinck: de kinderen van Lieftinck en Kadijk logeerden bij elkaar. Ook was men bevriend met de burgemeester van Eelde. Bij de omgang met de oude familie Borgman en hun vrienden werden mij bijzondere omgangsregels geleerd. Het stak erg nauw hoe je je als kind moest gedragen. Ik vond dit erg leuk, in tegenstelling tot mijn zus. Voor mij was het als een rol uit een toneelstuk, een rol die je zo goed mogelijk moest spelen. Wanneer je uit deze rol viel, dan werd er door de volwassenen zeer misprijzend gekeken. Het was voor mij allemaal erg indrukwekkend, want men leefde toen nog in een statische standenmaatschappij. De mensen waren beslist niet allemaal gelijk. Zo zagen ze er niet uit en zo werden ze ook niet behandeld. Ik heb toen wel meegemaakt hoe er op de arbeidersstand werd neergekeken. Ik heb in de omgeving van Mensingeweer nog de kleine arbeiderswoninkjes gezien, waar de mensen voor de hogere stand zeer onderdanig en dankbaar moesten zijn.
Komende uit de richting Schouwerzijl, zag je in de verte en in de hoogte het bezit van de familie Kadijk liggen. Aan de voet van deze hoogte heeft overgrootvader Borgman een paar mooie olieverfschilderijen gemaakt. Eén hiervan hangt bij zijn kleindochter Janske Kadijk. Zij woont momenteel in Eenrum en is nu 85 jaar.
Haar moeder stierf begin jaren ’50. De laatste tijd lag ze in het Diaconessenhuis in Groningen. Ook hier zag je iets van de rijkdom van de familie: tante lag 1e klas en kreeg de bijbehorende behandeling. Ze werd niet door de “gewone” artsen geholpen. Haar kamer was een zee van bloemen: grote schalen en manden herinner ik mij. Janske heeft me iets van haar opvoeding verteld: ”Wees zuinig voor jezelf en royaal voor anderen”.
Royaal is de familie Kadijk voor mij altijd geweest: Sinterklaas stuurde elk jaar schitterende cadeaus naar opa Stad. Zo werd overgrootvader Borgman later genoemd. Ook mijn verjaardagen werden door mijn familie uit Mensingeweer nooit vergeten. En dat in een tijd van betrekkelijke armoede: als kind werd je echt niet verwend.
Wel door de familie Kadijk. Hoe kan ik Mensingeweer ooit vergeten! Vaak bezoek ik nog de graven van mijn dierbare familieleden: Jacob Tammo, Marie, Gretha en Gerhard Kadijk. Ze liggen op het mooiste kerkhofje dat ik ken: Mensingeweer!

Uit: http://www.mensingeweer.net/

 

 

Bronnen

- Genlias

Voor reacties