WAZAMAR

Heraldische Wapens in de Nederlanden

 

 


wp-100-algemeen-1

Heraldische Wapens
in de
Nederlanden

Inleiding
Inhoud

Historische Geslachtswapens

Inhoud

Heraldische Wapenkunde
in de
Nederlanden

Inhoud

Heraldische Wapenregisters
in de
Nederlanden

Inhoud 

Voor reacties

 

ACKERSDIJCK

B

 

 

 

 

wp-ackersdijck-300

 



Beschrijving:

Schild: In goud drie aanziende, rode leeuwenkoppen

Helmteken: een vlucht, recht van goud, links van rood met een rode leeuwenkop van het schild.

Dekkleed: rood gevoerd van goud.

 

 

 

ACKERSDIJCK (PLAAT I)

 

In de nabijheid van Delft ligt de heerlijkheid Ackersdijck. Van deze heerlijkheid komt de naam van bovengenoemde familie af, de eerste leden noemden zich daarom ook van Ackerdijck, welk voorzetsel echter in het vervolg is weggelaten.
De later volgende Martinus schijnt de eerste die zich Ackerdijck schreef en het van achterwege liet even als in zijn wapen de zwarte balk beladen met een zilveren wassenaar; hij behield slechts alleen de leeuwenkoppen.
Uit de omstreken van Delft zijn een aantal familiën afkomstig, die een wapen voeren veel overeenkomende met dat der familie van Ackersdijck; dit duidt misschien wel gemeenschappelijke afkomst aan, en wel uit de burggraven van Leiden. Zoo voert de familie Storm, van Wena: in zilver een zwarte balk vergezeld van drie roode aanziende leeuwenkoppen blauw getongd; van der Delft en Musius van Spangen voerden hetzelfde wapen, doch de eerste met een zilveren wassenaar en de laatste met een zilveren klaverblad of ster op dén balk; van Moukerken voerde als Ackersdijck oudtijds, doch gebroken met twee zilveren blokjes naast den wassenaar 1).
De eerste van Ackersdijck, die wij gemeld vinden, was Jan, wiens zoon Joost burgemeester van Delft was in 1477, 1479 tot 1488. Hij is denkelijk de voorvader van Jan van Ackersdijck, die van 1550 tot 1566 schepen, 1560 weesmeester, veertig, raad van Delft was en den 15 December 1571 2) stierf.
Zijn kleinzoon Cornelis van Ackersdijck vestigde zich te Rotterdam en huwde in 1626 met Johanna Nicolaï, die hem drie kinderen schonk.
Hij, die het geslacht voortzette was hun zoon Martinus Ackersdijck; deze vestigde zich te 's Hertogenbosch en werd er den 27 Juni 1651 poorter. Hij huwde te 's-Hertogenbosch in 1653 Mathilda Canters en stierf den 24 November 1674, begraven in de St. Janskerk onder eene prachtige tombe.
Een hunner vier kinderen was Hendrik Ackersdijck, die te 's-Hertogenbosch den 20 October 1658 gedoopt werd, te Rheims studeerde, aldaar den 8 October 1689 promoveerde, schepen werd te 's-Hertogenbosch en kanunnik van St. Pieter te Boxtel. Zijne vrouw met wie hij te Loosduinen huwde, was Maria Chatvelt.
Bij zijn' dood in 1702 liet hij twee zonen na, waarvan Mr. Willem Cornelis Ackersdijck, raad en schepen van ’s-Hertogenbosch werd en geh. was met Maria Adriana van Eck, die hem acht kinderen verwekte.
Het zevende kind was Mr. Willem Cornelis Ackersdijck, geb. te 's-Hertogenbosch den 14 Januari 1735, gepromoveerd te Utrecht; hij vestigde zich eerst als advokaat te 's-Gravenhage, doch vertrok later naar zijne geboortestad, tot hij in 1794 wegens den inval der Franschen weder genoodzaakt was zich met ter woon naar 's-Gravenhage te begeven, alwaar hij den 15 November 1794 stierf. Bij zijne vrouw Anna Franken had hij vijf kinderen. Een hunner was de geleerde Mr. Willem Cornelis Ackersdijck, die bij de veelvuldige betrekkingen, in zijne geboortestad 's-Hertogenbosch bekleedende, met gunstig gevolg de geschiedenis beoefende 3); hij was geh. met zijne nicht Maria Cornelia Bowier en stierf te Rotterdam den 6 Februari 1843.
Bij zijnen dood liet hij slechts twee kinderen na, zijnde Henrietta Maria Hermina Ackersdijck, die zich in het huwelijk verbond met Mr. Adam Sckadee en Jan Ackersdijck. Deze laatste te 's-Hertogenbosch geb. den 22 October 1790, werd in 1810 aan de Hoogeschool te Utrecht bevorderd tot doctor in de rechten en vestigde zich aldaar als advokaat. In 1825 werd hij benoemd tot hoogleeraar aan de universiteit te Luik en in 1849 als zoodanig te Utrecht. Deze betrekking nam hij waar tot 1860  4), en stierf aldaar kort daarop den 13 Juli 1861. Een groot aantal werken, door hem nagelaten, getuigt van zijn' onvermoeiden arbeid.
Slechts twee dochters liet hij bij zijne vrouw Maria Anna Waltherium achter, zijnde Maria Josephia Adelaïde Ackersdijck, die de echtgenoote werd van Mr. Willem Cornelis Opzoomer, hoogleeraar te Utrecht en Maria Cornelia Ackersdijck, geh. met den sedert den 20 Mei 1881 overl. kapitein der infanterie Henri Ferdinand Borel.
Het wapen door dit, thans in mannelijke lijn uitgestorven geslacht, gevoerd geworden komt voor op plaat I, terwijl de breedvoerig opgestelde geslachtlijst te vinden is in mijne Annuaire généalogique des Pays-Bas. 1875.

 

NOTEN

1. J. B. RIETSTAP. Heraldieke Bibliotheek. D. II blz. 14.
2. H. VAN RIJN. Beschrijving van Delft. Blz. 126-129.
3. Zijn levensbericht door M. SIEGENBEEK komt voor in de Handelingen der Maatschappij van Nederlandsche letterkunde te Leiden 1843,
als ook in het Biographisch Woordenboek van A. J. VAN DER AA.
4. Zijn levensbericht door Mr. w. c. MEES komt voor in de Handelingen der Maatschappij van Nederlandsche letterkunde te Leiden 1682,
alsmede in het vervolg op het Biographisch Woordenboek van A. J. VAN DER AA.

 

wpschild-ackersdijck-80

 

Uit:
- STAM- EN WAPENBOEK van Aanzienlijke Nederlandsche Familiën, met Genealogische en Heraldische aanteekeningen, door A.A. Vorsterman van Oijen.
Te Groningen bij J.B. Wolters, in drie delen, tussen 1885-1890.
Wapentekenaar: Johannes Evert van Leeuwen (Leiden 07.12.1855-’s Gravenhage 17.05.1931).

 

 

 

© WAZAMAR
sinds 1995

Hoewel er naar gestreefd is correcte informatie te verschaffen, kan niet worden gegarandeerd dat de informatie op het moment waarop deze is geplaatst na verloop van tijd nog steeds juist is. Aan de inhoud van deze webhalte kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



web stats
free website tracker